Optimalisatie van je klaspraktijk: tips & tricks

Wil je deze informatie liever in een doorlopend document bekijken?
Download hier de 'optimalisatie van je klaspraktijk informatiebundel' in PDF formaat.

In Vitale Teach baseren we ons op de dimensies van effectief lesgeefgedrag uit het ICALT model. Je kan deze bouwstenen ook gebruiken om in je verdere carrière op verschillende momenten en regelmatig stil te staan bij jouw eigen lesgeefpraktijk, ook na het annoteren in Vitale Teach. Als we je één gedachte mogen meegeven, laat het dan deze zijn: reflecteren blijf je doen. Gebruik de reflectiemechanismen die je ontdekt en onder de knie krijgt in Vitale Teach om te blijven groeien en levenslang te leren van jezelf en van anderen. Zie feedback daarbij niet als één moment in de tijd of als een methode om een eindpunt te bereiken. Zie feedback als een doorlopende cyclus die centraal staat in het leren.

We geven je graag enkele tips & tricks mee, die je kan toepassen in je eigen lesgeefpraktijk, toegepast binnen de verschillende ICALT dimensies.


Dimensie 1 – Veilig en stimulerend leerklimaat

Je klaslokaal moet een veilige omgeving zijn voor al je leerlingen. Wees je ervan bewust dat elke leerling een rugzakje met zich meedraagt, maar benut ook het groepsgevoel in een klas. Wees er aandacht voor dat leerlingen met respect behandeld worden en niet gepest of uitgelachen worden.

Ga ook even te rade bij jezelf en stap af van stereotypen of vooroordelen die je mogelijk hebt over bepaalde klassen of individuele leerlingen. Enkel wat in jouw les gebeurt, is relevant voor jouw gedragingen. Zie elke fout als een leeropportuniteit, die je niet oplegt aan leerlingen, maar net samen met hen gaat ontdekken.

Denk even terug aan de richtlijnen rond het geven van goede feedback. Probeer ook bij leerlingen niet te focussen op het negatieve, maar benoem ook wat ze goed doen en hoe ze zichzelf kunnen verbeteren en versterken.


Dimensie 2 – Efficiënte lesorganisatie

Leerlingen hebben nood aan structuur en ritme. Probeer daarom ook in jouw les orde aan te brengen, door alles vlot in goede banen te leiden. Het is leuk om je les soms eens vroeger te beëindigen, maar geef dit dan duidelijk aan en maak hier geen gewoonte van. Leerlingen zullen anders mogelijks minder betrokken zijn naar het einde van je lessen toe. Zit samen met je leerlingen om duidelijke regels op te stellen. Wanneer leerlingen inspraak hebben in de regels binnen de klas, zullen ze deze sneller aanvaarden en naleven.

Ook kleine zaken kunnen de orde en rust in je klas bevorderen: zorg er bijvoorbeeld voor dat alle leerlingen alle leerlingen op de juiste pagina in het lesmateriaal meevolgen en over het nodige materiaal beschikken. Als je inzet op differentiatie door middel van verschillende lesmaterialen voor verschillende leerlingen, zorg dan ook dat deze op een gepaste en duidelijke manier worden aangereikt. Zo ontstaat er geen verwarring rond wie welke materialen moet en gaan leerlingen niet onnodig vergelijken met elkaar.

Heb je nog wat tijd over of wil je wat afwisseling aanbrengen in je les? Denk eens aan een quizje of een groepsgesprek. Dit zorgt ervoor dat er geen dode momenten vallen én je besteedt deze tijd meteen nuttig om de leerstof te verwerken. Een gouden tip is ook om je les even te starten met het herhalen van de leerstof van de vorige les: iedereen is weer mee én jij kan even aftoetsen of de leerstof begrepen is door iedereen.


Dimensie 3 – Duidelijke gestructureerde instructie

Tijd gespendeerd aan duidelijke en gestructureerde instructie is nooit verspilde tijd. Afgebakende lesfasen en -doelen brengen structuur aan in de les die leerlingen nodig hebben. Gebruik relevante voorkennis als bouwstenen om je les verder aan op te hangen. Het activeren van voorkennis zorgt ervoor dat leerlingen een meer vertrouwd gevoel ontwikkelen en zal het leren vergemakkelijken. Door leerlingen een kapstok aan te bieden, kunnen ze alle reeds verworven en nieuwe leerstof op de juiste positie in het geheel plaatsen. Op deze manier stimuleer je overzicht en kunnen leerlingen beter linken leggen tussen verschillende lessen. Denk aan het beantwoorden van volgende vragen: wat hebben we reeds gezien? Wat gaan we vandaag leren? Wat zijn verbanden tussen vorige lessen en deze les, of verbanden tussen andere vakken en deze les? Wanneer je op deze momenten merkte dat leerlingen niet over de nodige voorkennis beschikken of dat er misconcepties zijn over een bepaald concept, kan je hier nog tijdig op inspelen.

Daag elke leerling uit en zorg ervoor dat elke leerling betrokken is. Soms is het niet voldoende om iets opnieuw op dezelfde manier uit te leggen wanneer een leerling niet mee is in je verhaal. Het kan in dit geval interessant zijn om een andere methode toe te passen. Activeer hun voorkennis, pas de kennis toe op hun eigen leefwereld. Bespreek complexe onderwerpen bijvoorbeeld aan de hand van hun tieneridolen, of gebruik een spel om hen moeilijke leerstof spelenderwijs te laten verwerken. Hoewel deze dimensie benadrukt dat je leerstof duidelijk en gestructureerd moet zijn, kan creativiteit net heel voordelig zijn om je verhaal te ondersteunen en de leerstof op een originele manier aan te bieden.


Dimensie 4 – Intensieve en activerende les

Activerende werkvormen dagen je leerlingen uit en brengen afwisseling in de lessen. Gebruik gespreks- en discussievormen, begeleide (in)oefening of een groepswerk. Ook technologie kan leerlingen prikkelen om actief aan de slag te gaan met je leerstof, denk aan stembakjes, Padlet, Kahoot, Mentimeter en zoveel meer. Maak gebruik van een videofragment en laat leerlingen gericht kijken naar de video door vooraf enkele vragen over het fragment mee te geven. Ook tijdens het lezen van een tekst, zal een leerling meer kunnen onthouden wanneer hij of zij zichzelf vragen stelt tijdens het lezen. Laat je leerlingen een taak, toets of opdracht van zichzelf of een medeleerling verbeteren aan de hand van een verbetersleutel en geef aanwijzingen om tot oplossingen te komen.

Varieer niet alleen in je opdrachten, maar ook in je lesmateriaal én in hoe je lesgeeft. Gebruik eens een mindmap in plaats van een blokje tekst in je cursus, of laat hen zelf discussiëren over een onderwerp aan de hand van een filmpje. Laat hen leerstof samenvatten, leerstof in groepjes aan elkaar uitleggen of laat hen zelftoetsen opstellen. Let erop of alle leerlingen deelnemen. Luister en wacht op alle antwoorden, laat iedereen eens aan de beurt – niet alleen de luide, enthousiaste leerlingen. Beloon leerlingen die moeite doen om te antwoorden, dit zal hen én anderen blijven motiveren, activeren en stimuleren. Wees tot slot ook zelf actief in je les. Demonstreer een nieuwe vaardigheid aan je leerlingen of gebruik een al uitgewerkt voorbeeld in je lessen. Maar ook heel eenvoudig: sta warm en enthousiast voor je klas, dat kan al een wereld van verschil maken.


Dimensie 5 – Afstemmen op verschillen

Differentiatie wordt steeds belangrijker in onderwijs vandaag de dag. Geef leerlingen die het moeilijker hebben wat extra tijd of extra ondersteuning, maar zorg er eveneens voor dat sterkere leerlingen worden uitgedaagd. Ook binnen niveaugroepen kunnen verschillen zitten. Differentieer bijvoorbeeld ook eens tussen twee sterke leerlingen. Bekijk vooraf in je voorbereiding of met de leerlingen zelf wat zij nodig achten voor zichzelf, biedt variatie aan in je leerstof en oefeningen, en neem ook even de tijd om hiernaar terug te koppelen achter. Voelden de leerlingen zich uitgedaagd? Ondersteund? Kon elke leerling een oefening vlot uitvoeren en bereikten ze dezelfde doelen? Je kan leerlingen met een verschillende niveau laten samenwerken of hulpmiddelen aanbieden aan zij die dit nodig hebben. 

Wees aandachtig voor de spanningen en onzekerheden die niveauverschillen met zich kunnen meebrengen. Leg geen specifieke nadruk op verschillen tussen leerlingen wanneer die geen meerwaarde vormt voor het leerproces of de leerling zelf. Wees aandachtig voor de veilige leeromgeving. 

Laat je niet verleiden de kennis in je klas te peilen met een algemene vraag zoals ‘heeft iedereen dit begrepen?’. Sommige leerlingen moeten de leerstof nog even laten bezinken of durven het misschien niet aan te geven wanneer ze iets niet begrijpen. Een antwoord van één zelfverzekerde student is dus geen indicatie van de rest van de klas. Spreek verschillende leerlingen aan, ook individueel. Of laat hen aanduiden hoe zeker ze zich voelen over de leerstof door elke leerling een blokje te geven met een groene, oranje en rode kant. Op deze manier kunnen leerlingen subtiel aangeven dat ze even moeilijker kunnen volgen én krijg jij een mooi overzicht van het algemene begrip in je klasgroep. Een leuk idee kan zijn om aan alle leerlingen op het einde van de les een post-it te geven en hen daarop (anoniem) enkele kernbegrippen die ze onthouden hebben uit de les te laten schrijven en/of eventuele resterende vragen of feedback voor jou als leraar.

Nog tips nodig of wil je graag enkele ervaringen lezen van andere leerkrachten? Bekijk dan ook volgende links: https://www.klasse.be/thema/differentieren/ en https://www.nro.nl/sites/nro/files/migrate/Kennisrotonde-publicatie-Differentiatie.pdf


Dimensie 6 – Leerstrategieën aanleren

Complexe problemen in jouw leerstof hoeven niet complex te blijven. Neem leerlingen bij de hand en leer hen problemen te vereenvoudigen en ordenen. Zeker voor snel overprikkelde adolescenten, kan dit bijzonder bruikbaar zijn. Los als leraar een probleem luidop op en benoem daarbij duidelijk welke tussenstappen je zet en welke vragen je jezelf stelt. Dit creëert een voorbeeld en houvast voor de leerlingen.

Stimuleer leerlingen om te zoeken naar alternatieven voor bepaalde vraagstukken en laat hen nadenken over de voor- en nadelen van bepaalde keuzes of methodes. Dit stimuleert het denkproces en zorgt ervoor dat leerlingen actief aan de slag gaan met de leerstof.

Durf ook eens een collega aan te spreken en koppel je leerstof aan een andere les of een ander vak, of blik terug op eerder opgeloste problemen in voorgaande lessen. Laat leerlingen de hoofdpunten uit een les zelf samenvatten. Dit kan aan de hand van een schema of een tekst maar ook mondeling. Laat hen begrippen aan elkaar uitleggen. Laat hen zelf toetsvragen opstellen voor elkaar en beantwoorden (wie weet kan je deze vragen zelf nog gebruiken in een echte toets)!


Graag nog wat algemene extra informatie over effectief lesgeven?

Deze bronnen worden door collega’s aangeraden:

https://www.scienceguide.nl/wp-content/uploads/2019/09/Wijze_Lessen_digitaal_160919.pdf

Boek Ashman, Greg. (2022): Dit is goede didactiek: Leraren die effectief lesgeven